vrijdag 9 november 2012

Van de koele meren des Doods, Frederik van Eeden, Naturalisme

De geschiedenis van een vrouw. Hoe zij zocht de koele meren des Doods,

waar verlossing is, en hoe zij die vond.

Van de koele meren des Doods, Frederik van Eeden, Amsterdam 1999, 9e druk, eerste uitgave 1900, 314 pagina’s, Psychologische Roman
 

Samenvatting:
De hoofdpersoon heet Hedwig Marga de Fontayne, geboren in 1856 in een Hollands stadje in een goed milieu.
Al heel jong is Hedwig met de dood bezig. Na het sterven van haar moeder gaan deze “doodgevoelens” zich verbinden met haar periodieke aanvallen van triestheid en neerslachtigheid. Wanneer dan ook nog eens een huishoudster, die in het gezin de rol van moeder moet overnemen, ontdekt dat Hedwig erg eigenwijs is, krijgt ze de eerste grote ineenstorting. Met een touw probeert ze zich van het leven te beroven. Dit mislukt.

een tijd later ontmoet ze in het buitenhuis van de familie Johan. Johan wil kunstenaar wil worden en wordt hopeloos verliefd op Hedwig. Hedwig lijkt dit niet helemaal te begrijpen en ze kan hem ook niet duidelijk maken dat de liefde niet wederzijds is. Ze vindt het fijn om aardig gevonden te worden en wil graag bevriend zijn met Johan. Johan krijgt hierdoor het idee dat Hedwig wel in hem geïnteresseerd is. Hedwig houdt hem echter af en zegt hem pas weer te willen zien als ze getrouwd is. Ook in deze tijd overheersen de neerslachtige en depressieve ideeën Hedwigs bestaan ondanks haar vreugde over haar vriendschap met Johan.
Ze ontmoet Gerard in deze periode en hevig verliefd trouwen ze. Johan komt erachter en begint haar boze brieven te sturen en hangt tekeningen op in winkels van Hedwig als kwaadaardige sfinx. Later pleegt hij zelfmoord en geeft Hedwig de schuld.

Hedwig leeft voort als vrouw van Gerard. Echter ook deze liefde blijkt van misverstanden aan elkaar te hangen. Zij houden veel van elkaar als vrienden, maar Hedwig wil graag kinderen, terwijl Gerard hun relatie puur platonisch wil houden. Dit had psychologische redenen die hij niet verduidelijkt, omdat hij denkt dat Hedwig hem begrijpt. Hedwig wordt hoe langer hoe ongelukkiger.
Dan komt Hedwig een oude vriend van haar broer tegen, de ondertussen gevierde pianist Ritsaart. Zij voelt zich sterk tot hem aangetrokken. Ze vertelt Gerard opgewonden over haar vriend. Haar man ziet dat zij na lange tijd weer opgeleefd is en keurt hun vriendschap goed.
Hedwig en Ritsaart worden verliefd op elkaar en proberen hun verhouding lange tijd goed te praten voor zichzelf. Uiteindelijk komt Gerard achter hun verhouding en wil hij Ritsaart vermoorden. Hedwig, zeer verdrietig tot dit al doet een zelfmoordpoging. Ritsaart redt haar leven. Gerard geeft te kennen dat hij Hedwig nooit meer wil zien en zij vertrekt met Ritsaart naar Engeland.
In Engeland raakt Hedwig in verwachtig van Ritsaart. Ze is hier heel verheugd over, maar kort nadat het kind geboren is sterft het. Hedwig raakt in een psychose. Ze stopt het kind als een pop in een tas en verdwijnt. Ze wil terug naar Holland. Uiteindelijk belandt ze in Parijs, waar ze uiteindelijk uit geldgebrek moet gaan werken als prostituee. Ze raakt verslaafd aan valium en belandt uiteindelijk in een verzorgingshuis, waar ze het goede pad op wordt geholpen door zuster Paula. Zij doet haar de waarde van het leven inzien en overtuigt haar ervan dat God nog van haar houdt.

Eenmaal genezen verklaard gaat Hedwig terug naar Nederland, waar zij gaat werken als hulp bij de boerderij naast hun vroegere buitenverblijf. Hier leeft ze lange tijd gelukkig en in rust met zichzelf. 
Op drieëndertigjarige leeftijd sterft zij aan longontsteking.

Stroming:
Dit boek kunt men rekenen tot het naturalisme. Het naturalisme is de heersende stroming in de jaren 1880 tot 1910.
Men geloofde in deze tijd dat het leven bepaald werd door het lot. Het lot lag in de mens zelf en was iets goddelijks. De mens wordt in deze gevormd door drie factoren: de erfelijke aanleg van een mens, het milieu waarin de mens opgroeit en de tijd waarin men leeft.
Deze factoren staan in dit boek centraal.
Hedwig, de hoofdpersoon, werd door haar tijd gevormd. Als voorname vrouw (bepaald door je milieu) moest je namelijk trouwen, mocht je niet werken, mocht je je niet inlaten met mensen uit lagere stand en moest je vroom en kuis leven.
Hedwig werd in een dergelijk hoogstaand milieu opgevoed en leerde zo te handelen. Ze had echter iets geërfd van haar uitheemse voorouders waardoor ze helemaal niet gelukkig was in dit leven. Iets in haar zei dat haar leven niet goed was op deze manier. Toch probeerde ze, door de opvattingen van haar tijd, stellig haar ongenoegen te verbergen. Dit lukte echter niet en God hielp haar uiteindelijk met het verdragen van haar lot. Later in het verhaal,  begon ze haar lot als iets goddelijks te zien. Vanaf dat punt wordt ze gelukkiger.
28 mei. Ik heb twee dagen op mijn kamer doorgebracht, in angst en jammer. Ik dacht weer gek te zullen worden, maar mijn hoofd blijft rustig. Ik vertrouw nu weer op Gods barmhartigheid. Er is vergeving voor me. Jezus leeft nog hier. Ik droomde van hem. Maar nu ga ik ook onverbiddelijk met mezelve te werk.’ Blz. 298

‘ Op haar kinderleed en kindervreugd zag zij neer met een rustig, vreugderijk meerderheidsgevoel. In zwakker ogenblikken met tere, diepe weemoed; in betere met blij beschouwen, het geluk proevend als weder doorleefd, het saaie opmerkzaam herdenkende ter beter doorgronding, het droeve minst beachtend…
Hedwigs laatste levensjaren voegt het niet te beschouwen als de vorige en te denken aan op-en-neergangen, aan stuk-voor-stuk achtereenvolgens bijeen gegaarde wijsheid en torensgewijs opgebouwd geluk.
Al deze woorden zijn beeldingen; en beelden ontoereikend, want hoger leven is meer concentratie, samendringen van toekomst en verleden, van Al in Eén, dan evolutie of overgang van één in ander, - meer verstilling met toenemende innerlijke spankracht, dan beweging in deze of gene richting.’ Blz. 312-313

Een tweede kenmerk van het Naturalisme is de sombere en pessimistische sfeer in het verhaal. De hoofdpersoon is vaak erg ongelukkig en weet niet wat ze precies wil.  De verlangens van de personages worden niet bevredigd en het Romantische idee wordt overheerst door de harde werkelijkheid.
Ook in dit opzicht hoort ‘Van de koele meren des Doods’ bij het Naturalisme. Het verhaal is erg somber. De lezer wordt zelf bijna depressief bij het lezen van de wroegingen van Hedwig.
Hedwig houdt zich het (Romantische) beeld van het ‘perfecte’ huwelijk voor. Ze verlangt naar een man en een vredig bestaan. Ze wordt echter ruw wakker geschud door de realiteit als ze ziet dat haar huwelijk verre van perfect is. Dit komt hard aan en ze vlucht een tijdje weg van haar man, in de hoop dat alles beter wordt.
Tijdens deze vlucht wordt ze verliefd op Ritsaard en weet niet wat te doen. Moet ze bij haar man blijven, wat in die tijd werd geacht, of moet ze haar hart volgen en er met Ritsaard vandoor gaan? Ze weet niet meer wat ze moet doen. Dit verscheurd haar en maakt haar nog somberder dan ze al is.
dagelijks moeilijker werd het Hedwig. Onder de hevige aandoening van Ritserts nabijheid was zij te  zeer verblind en verdoofd om haar toestand goed te beseffen. Maar liet hij haar alleen, bemerkte zij zijn zelfstandig leven of haar eigen gebondenheid, dan kwamen wilde en smartelijke gedachten. Dan twijfelde zij aan al de mooie en verheven beschouwingen over hun verbintenis, en zag zij hem zelfs in lelijke schijn. Dan achtte zij zich niet meer gelukkig als degene die een waarachtig huwelijk had gesloten en een bijna verdolende schone ziel had gered, maar ze noemde zichzelve ruwelijk de minnares van een losbandige.’ Blz. 224

Als laatste wordt het Naturalisme gekenmerkt door de fascinatie voor seks. Dit onderwerp werd in deze tijd steeds toegankelijker voor de bevolking en het taboe daar op wilde men doorbreken. Dit lukte echter niet van harte. Naturalistische schrijvers probeerde hun kritiek op dit taboe te uiten in hun boeken.
Frederik van Eeden probeerde dit ook. Gerard, Hedwigs man, wil geen seks met zijn vrouw door zijn ervaringen uit het verleden. Zijn afkeer is ontstaan door zijn onwetendheid jegens seks en de verkeerde beelden die hij zich heeft vormde in zijn naïeve kinderjaren.
Hedwig daarentegen wil graag gemeenschap met haar man, omdat het voor haar iets natuurlijks is. Tegelijkertijd weet ze niet precies wat ze moet doen en wat ze er van moet verwachten. Ze weet alleen dat dit hoort bij een huwelijk. Er groeit in haar een fascinatie voor dit tijdverdrijf en tegelijkertijd deinst ze er voor terug.
Dreigende doemde een gevoel in haar op, dat snel aanwies als een zomerwolk, en voor welks geweld ze spoedig toe moest geven. Het was angst en weerzin voor haar man, schrik als hij binnenkwam, afkeer van zijn wezen, zijn stem, zijn handen, zijn lijf, zijn geur, -lieflijke walging voor zijn nabijheid.
Nooit had zij gehoord of vermoed dat zoiets mogelijk was. Zij had hem waarlijk even lief, zij waardeerde evenzeer zijn goedigheid, zijn zachtheid, zijn trouw. Maar reeds bij de gedachte aan zijn liefkozingen huiverde zij, als hij haar dichtbij kwam, schudde zij de schouders of er een koud dier, een pad of slang op viel, zij kon niets verbergen, en zij zag tegen de nachten op, erger nog dan des morgens tegen de vale dag.’ Blz. 173

Tegenstroming:
Men zou dit boek echter ook aan een andere stroming kunnen koppelen: Neo Romantiek:
In de Neo Romantiek staat de ontwikkeling van de mens centraal. Hedwig maakt door het verhaal heen ook een ontwikkeling door. Ze lijdt veel om uiteindelijk gelukkig te worden.
Ook ‘verzet tegen de maatschappij’ en ‘escapisme’  zijn een belangrijke onderdelen van de Neo Romantiek. In het verhaal verzet Hedwig zich tegen de maatschappij door haar man te verlaten en alles te doen tegen de verwachtingen van de maatschappij in. Ze vlucht uit haar huidige situatie naar andere landen in de hoop daar gelukkiger te worden.

Echter de Neo Romantiek is over het algemeen niet somber of rationeel. Het verhaal is daarentegen wel heel erg pessimistisch en alle dingen worden gedaan uit rationeel oogpunt. Het hele verhaal draait hierom en het aanwezig zijn van deze aspecten is dan ook doorslag gevend in het toekennen van een stroming aan dit boek. ‘Van de koele meren des Doods’ bezit wel een aantal kenmerken van de Neo Romantiek, maar de belangrijkste aspecten van het boek zorgen dat dit boek zich afkeert van deze stroming.
Ook de tijd waarin dit boek geschreven is strookt niet met de tijd waarin de Neo Romantiek heerste (na 1910). Het boek is wel geschreven tijdens de heerschappij van het Naturalisme. Dit is nog een argument om dit verhaal bij het Naturalisme te scharen.

Bronnen:
-          Aantekeningen uit de literatuur les op school
-          Syllabus Nederlandse letterkunde 1880-1945

Geen opmerkingen:

Een reactie posten